Cler. Utrecht, I.(T.) 1424-1427 (1424-1428) Heusden, Den Bosch Heer Henric Bloem beoorkondde op 30 juni 1424 te Heusden de overgang van het St.Catharinaklooster tot de derde regel van de orde van St.Franciscus. Hij zal toen in Heusden gewoond hebben en vermeldde in zijn onderschrift dan ook de admissie door de bisschop van Utrecht (ordinaria admissione notarius iuratus). Op 22 juli 1427 was hij als notaris in Den Bosch aanwezig toen een poorter van die stad zijn testament maakte. De Utrechtse admissie werd nu niet meer vermeld en in één van de overgeleverde exemplaren van dit testament is ook de naam van heer Henrics vader weggelaten. Al eerder, op 11 juni 1427, werd heer Henric in een ander Bosch' testament genoemd als getuige. Hij heette toen dominus Henricus Bloem, viceplebanus dicte ecclesie Sancti Johannis. Heer Henric overleed waarschijnlijk in de eerste helft van 1428 want op 4 juli van dat jaar werden de protocollen van quondam dominus Henricus Bloem, clericus Traiectensis diocesis, dum vixit publicus imperiali auctoritate notarius, toegewezen aan heer Jan Gruter van Venrade (nr.157). Deze had eerder al een exemplaar van het testament van 1427 voor hem geïngrosseerd. De schijnbare tegenstelling dominus en clericus in de akte uit 1428 wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat heer Henric in zijn hoedanigheid van notaris overeenkomstig zijn benoemingsakte nog steeds bekend stond als clericus van het bisdom Utrecht hoewel hij in feite al tot priester was gewijd. Zijn protocollen werden aan heer Jan Gruter overgedragen door zijn executeur-testamentair heer Herman ten Kolke (nr.223), eveneens vice-plebaan van de St.Jan en priester van het bisdom Utrecht. 1) |
Noten | |
1. | Bijlage II 54.1, 54.2, 54.3, 272.47; Tabel 3.2, nr.13; Schutjes, Geschiedenis, IV 309; Bijsterveld, Laverend, II 657 nr.2628; Mosmans vermeldt hem abusievelijk in het jaar 1437, zie: Mosmans, "De middeleeuwsche notarissen", 187. |